Artrose kan vooral pijnklachten, zwelling en stijfheid van één of meerdere gewrichten veroorzaken. Soms ontstaat er een ontsteking in het gewricht die ook warmte en soms roodheid van het gewricht veroorzaakt. Gewrichten van hand en pols waarin zeer regelmatig artrose kan ontwikkelen, zijn de incongruente gewrichten: het CMC-1 gewricht, (P)IP en DIP gewrichten en het DRUJ. Ook tussen de diverse carpalia kan artrose ontstaan, maar dan is er vaak een andere onderliggende oorzaak zoals een trauma. Artrose zorgt zoals gezegd voor degeneratie van het kraakbeen. Hierdoor ontstaat ook een verbreding van het botoppervlak om de druk die het gewricht te verduren krijgt, beter te kunnen verdelen. De degeneratie van het kraakbeen gebeurt niet gelijkmatig over het gewricht verdeeld, maar kan aan een zijde sterker optreden dan aan de andere zijde. Onder andere hierdoor kunnen deformaties van de vingers ontstaan. Pijn kan optreden tijdens bewegen, maar ook vertraagd enkele uren na de gedane belasting. Pijn kan lang aanhouden naar mate de schade groter is en/of de belasting van het gewricht zwaarder of langduriger is. Echter, de pijn die de patiënt ervaart en de daadwerkelijke schade is niet altijd evenredig. Vaak zien we juist véél pijn bij een beginnende artrose met itis-beeld en beduidend minder pijn in een verder gevorderd stadium van artrose. Stijfheid van de gewrichten treedt op na een periode van rust, maar kan ook in de loop van de dag toenemen naarmate de belasting van het gewricht toeneemt.