Hypermobiliteit

Wat is hypermobiliteit?

Hypermobiliteit wordt aangeduid als HMS (hyper mobiliteitssyndroom) of EDS (Ehlers Danlos Syndroom). Het is een chronische aandoening van het bindweefsel in het gehele lichaam, waarbij de ondersteuning die ligamenten van nature bieden aan de stabiliteit in de gewrichten, niet voldoende is. Hierdoor zijn de gewrichten hypermobiel en instabiel. Er kunnen daardoor gemakkelijk luxaties optreden. Tevens zien we vaak een overbelasting van spieren en pezen die het gebrek aan stabiliteit compenseren. De mate van erfelijkheid is niet helemaal duidelijk, toch is er wel sprake van erfelijkheid bij 50% van de patiënten. Bij vrouwen lijkt hypermobiliteit meer voor te komen dan bij mannen.

Verschil HMS en EDS:

In de literatuur wordt beschreven dat het vooralsnog moeilijk is om een duidelijk verschil of grens te bepalen. Het lijkt meer een klinische diagnose die hierin leidend is. De grens is moeilijk te bepalen omdat van beide aandoeningen nog niet is vastgesteld wat de precieze oorzaak is. Hypermobiliteit staat bij beide aandoeningen op de voorgrond. Vaak is de aan- of afwezigheid van huidproblematiek mede bepalend voor een diagnose. Wanneer iemand een overrekbare en/of fluweelzachte huid heeft, wordt vaak de diagnose EDS gesteld. Als er geen sprake is van huidproblematiek wordt de diagnose HMS gesteld. De meningen zijn hierover echter verdeeld. Er wordt ook wel gedacht dat HMS en EDS eigenlijk dezelfde aandoeningen zijn.

Wat zijn de symptomen?

Door hypermobiliteit ondervindt niet iedereen hinder.  Soms kan hypermobiliteit ook een voordeel zijn zoals bij musici en dansers. Bij sommige etnische achtergrondenkomt hypermobiliteit meer voor. Als men er wel hinder van ondervindt zijn de symptomen vaak: pijn, vermoeidheid en luxaties. Pijn vindt vaak plaats in de gewrichten en de spieren eromheen.  De verminderde stabiliteit van de banden moet worden gecompenseerd door de spieren. Deze zijn daardoor  gevoeliger voor overbelasting. In de handen zien we vaak luxerende gewrichten waardoor er een disbalans optreedt in de handmotoriek.  Spieren/pezen krijgen een ander beloop en daardoor een andere trekrichting. Het gevolg hiervan is langzaam maar zeker een achteruitgang in de handfunctie.

 

In de hand zien we vaak als duidelijke symptomen:

  • abductie van de duim tegen de pols of onderarm
  • hyperextensie van de PIP gewrichten (swanneckstand)
  • hyperextensie van MCP pink in 90 graden
Waar kunt u terecht?
Behandel-
mogelijkheden

Er is geen medicamenteuze behandeling om hypermobiliteit tegen te gaan of te remmen.
Pijnstilling middels paracetamol of ontstekingsremmers bij ontstoken gewrichten kan helpen.
Operatief ingrijpen is alleen geïndiceerd als een conservatieve behandeling niet voldoende helpt.
Maar voordat het zover komt zal eerst middels spierversterkende oefeningen of ortheses worden bekeken of de handfunctie positief beïnvloed kan worden.

Handtherapie

De handtherapeut zal middels spierversterkende oefeningen de disbalans in de spieren proberen te herstellen. De zwakke gewrichtsstabiliteit zal gedeeltelijk door de spieren moeten worden overgenomen, hiervoor vindt er gerichte training plaats. Bij een niet op te heffen luxatie zal er middels een orthese worden getracht de verstoorde balans te herstellen.
Pijn kan middels een spalkje (tijdelijk) worden behandeld.
De ergo/handtherapeut zal middels functionele adviezen overbelasting van “gezonde” gewrichten proberen te voorkomen.

Duur

Dit is zeer afhankelijk van de mate van klachten. Klachten bij hypermobiliteit zijn vaak chronisch van aard. Dit betekent vaak dat patienten bij toename van klachten opnieuw door de therapeut worden gezien om de nieuw ontstane problematiek te behandelen. De therapie is symptoom bestrijdend en gericht op zoveel mogelijk voorkomen van overbelastingsklachten.

Samenwerking artsen

De specialist is vooral de verwijzer en coördinator tussen verschillende disciplines (bij aanvraag orthesen bv.)
Tijdens postoperatieve nabehandeling zal er veelvuldig contact zijn tussen handtherapeut en chirurg over de te volgen stappen. Dit zal individueel per operatie worden afgesproken. Vaak zal langdurige spalkbehandeling geïndiceerd zijn vanwege de verminderde stabiliteit.