Peestranspositie

Wat is een peestranspositie?

Door een trauma of zenuwletsel kan er een disbalans ontstaan in de aansturing van de spieren van de hand. Afhankelijk van de ernst van het zenuwletsel en de spierschade kan dit (deels) herstellen. Wanneer herstel uitblijft, maar er wel meerdere spieren in de hand goed geïnnerveerd zijn, kan in overleg met een plastisch chirurg een peestranspositie overwogen worden. Bij een peestranspositie wordt de aanhechting van de pees losgemaakt en aangehecht op een andere pees of op een bot. Het doel hierbij is het opnieuw verwerven van een verloren functie. Er is geen sprake van anatomisch herstel, maar de hand wordt functioneler inzetbaar. Er zijn verschillende transposities mogelijk, afhankelijk van welke zenuw aangedaan is.

Wat zijn de symptomen?

Afwezigheid van één of meerdere functies in de arm of hand, waarbij de verwachting is dat deze niet meer terugkeren door natuurlijk herstel.

Waar kunt u terecht?
Behandel-
mogelijkheden

Na een transpositie is het belangrijk om het nieuwe bewegingspatroon aan te leren. Hierbij speelt de handtherapeut een belangrijke rol. Afhankelijk van het type operatie dat heeft plaatsgevonden zal er eerst enkele weken gedoseerd getraind moeten worden, aangezien de pees nog niet volledig belastbaar is. Na 6 weken is de pees belastbaar en mag de hand bij alle dagelijkse handelingen ingezet worden. Het zetten van veel kracht en forse weerstand mag pas na 12 weken hervat worden. In nauw overleg met de plastische chirurg wordt er gekozen voor statisch nabehandelen (middels gips) of wordt er direct gestart met actief oefenen. Bepalend hierbij is onder andere de hechttechniek die tijdens de transpositie gebruikt is.

Handtherapie

Gezien de complexiteit van het letsel, en de noodzaak tot vroege interventie, heeft het inschakelen van een gespecialiseerde therapeut een belangrijke meerwaarde. Door de handtherapeut al in een vroeg stadium in te schakelen kunnen complicaties op de lange termijn voorkomen / verminderd worden. Bij de nabehandeling waarbij al in een vroeg stadium actief getraind wordt, zal de handtherapeut de eerste of tweede dag na de operatie een beschermende spalk maken. Deze wordt de eerste drie weken dag en nacht gedragen met uitzondering van de oefenmomenten. Vanaf 6 weken na de operatie wordt de spalk alleen in de nacht gedragen. Wanneer er gekozen wordt voor een statische nabehandeling start de interventie van de handtherapeut na het verwijderen van het gips. Ook bij deze nabehandeling wordt er een spalk voor de nacht (en eventueel kortdurend ook voor overdag) gemaakt ter bescherming. De therapie is gericht op het aanleren van een nieuw bewegingspatroon, opbouw van de belastbaarheid van de pees en uiteindelijk het opbouwen van kracht.

Duur

Gedurende de eerste weken na de operatie zullen er meerdere therapiemomenten per week plaatsvinden. Vanaf 6 weken zal de frequentie worden verminderd. Na 12 weken is er een start gemaakt met de opbouw van kracht en kan de patiënt dit in de meeste gevallen zal verder uitbreiden.

Samenwerking artsen

Afhankelijk van de gekozen hechttechniek en de kwaliteit van de pees wordt er bepaald wanneer er gestart wordt met het actief oefenen van het nieuwe bewegingspatroon. Door gebruik te maken van nieuwe hechttechnieken wordt er de laatste jaren steeds sneller gestart met actief oefenen, vaak al in de eerste week na de operatie. De plastisch chirurg bepaald de gekozen nabehandeling.