Polsklachten

Wat zijn Polsklachten?

De pols is zeer complex gebouwd en bestaat uit meerdere pees- en botstructuren die ten opzichte van elkaar onmisbaar zijn voor een goede functie. Klachten waarmee mensen regelmatig bij de handtherapeut of handspecialist komen, worden meestal omschreven als een pijnlijke pols, een klikkende pols of gebrek aan knijpkracht in de hand. Zoals gezegd is de pols een complex geheel. Grofweg kun je de pols in een aantal grotere onderdelen opsplitsen. Het DRUJ (Distal Radio-Ulnair Joint), de proximale rij (os Scaphoid, os Lunatum, os Triquetrum en os Pisiforme), de distale rij (os Trapezium, os Trapezoideum, os Capitatum, os Hamatum), en het TFCC (Triangulair Fibro Cartilage Complex). Hieruit blijkt dat er veel mis kan gaan in de pols, met vaak vage en soms juist heel duidelijke klachten. Een pijnlijke en/of klikkende pols kan veroorzaakt worden door een trauma zoals bijv. een val met een uitgestrekte hand maar ook door overbelasting bij bijv. te snelle opbouw in krachttraining of door repeterende bewegingen tijdens werk. De pijn kan plotseling ontstaan of juist geleidelijk, afhankelijk van de oorzaak. Ook een ganglion, synovitis of artrose in de pols kunnen ook fikse pijnklachten veroorzaken.

Wat zijn de symptomen?

Pijnklachten aan de pols uiten zich vaak ter hoogte van het Schaphoid en Lunatum (m.n. dorsaal) of aan de ulnaire zijde van de pols. Midcarpale instabiliteit kenmerkt zich juist vaker door een pijnlijke klik bij ulnair deviatie. Overbelastingsklachten geven meestal een zeurende diffuse pijn. Door de pijn in de pols kan er sprake zijn van verminderde belastbaarheid en verminderde handkracht. Belangrijk is om het ontstaan van de klachten goed te duiden tijdens het intake gesprek en het verhaal van de patiënt te combineren met een gedegen onderzoek van de pols, alvorens over te gaan tot een advies of behandeling.

Waar kunt u terecht?
Behandel-
mogelijkheden

Bij zoveel verschillende mogelijke oorzaken van polsklachten horen natuurlijk diverse verschillende mogelijkheden in behandeling. Afhankelijk van de klacht waarmee de patiënt zich presenteert bij de handspecialist, zal deze de pols onderzoeken op mechanische defecten. Indien nodig wordt er aanvullend onderzoek gedaan in de vorm van röntgen foto’s en eventueel een MRI. Wanneer er dan nog onduidelijkheid is over het letsel of over de grootte van een eventueel letsel, kan er gekozen worden voor een polsscopie om het letsel beter in beeld te brengen. In sommige gevallen biedt dit tevens een mogelijkheid om bijv. een klein TFCC letsel te hechten en een mogelijkheid om eventueel een synovectomie te doen van ontstekingsweefsel. Indien er sprake blijkt te zijn van een groter defect in de pols zoals een bandletsel, ernstige artrose tussen de carpalia of eventueel fracturen, dan zal er gekozen worden voor een grotere operatie in plaats van of volgend op een scopie. Dit wordt doorgaans gevolgd door een langdurige nabehandeling  d.m.v. een periode van gips en een uitgebreide nabehandeling door de handtherapeut. Indien er geen defect wordt gevonden is het mogelijk zinvol om, afhankelijk van de symptomen, een conservatieve behandeling op te starten om eventuele klachten te verminderen. (bv Videler protocol)

Handtherapie

De behandeling van polsklachten geeft, net als een scala aan onderliggende problematiek, ook een diversiteit aan behandelmogelijkheden. Dit is sterk afhankelijk van het letsel en de eventuele operatieve behandeling. Wanneer het geen acuut trauma betreft, maar al langer bestaande klachten zijn, of wanneer er bijv. sprake is van midcarpale instabiliteit of overbelasting, wordt er vaak gestart met een oefenschema van pols stabiliserende oefeningen. Wanneer er een operatieve behandeling is geweest, zoals een S-L repair of een Four Corner Fusion, dan is de nabehandeling duidelijk geprotocolleerd. Het voert hier echter te ver om de specifieke nabehandeling van alle letsels te gaan bespreken. Hiervoor kunt u altijd contact opnemen met één van de handtherapie centra van dit netwerk. De behandeling van polsklachten vraagt een gedegen anatomische kennis van de hand en pols en tevens een uitgebreide kennis en ervaring bij het testen van de mogelijke letsels. Verder is het zeer wenselijk om gebruik te kunnen maken van de conclusies van goede beeldvorming. 

Duur

De duur van de nabehandeling van een polsletsel of chronische polsklachten is lang. Normaal gesproken duurt de behandeling inclusief het opbouwen van een betere polsstabiliteit minimaal 3 maanden, maar dit kan zeker ook langer duren. Hierbij zijn zoals eerder benadrukt, de oorzaak van het letsel en de eventuele operatieve opties leidend.

Samenwerking artsen

Samenwerking met een behandelend specialist is van cruciaal belang om in te schatten welke interventie gewenst is. De arts bepaalt of er conservatief, scopisch of chirurgisch behandeld moet worden. Tussentijdse medebeoordeling door de arts tijdens de behandeling door de handtherapeut, is zeer wenselijk.