Bij artrose is er sprake van slijtage van het kraakbeen van het gewricht.
Er zijn diverse behandelmogelijkheden bij artrose. In eerste instantie zal er gekozen worden voor een niet operatieve behandeling. Deze kan bestaan uit medicatie en handtherapie. In een later stadium of wanneer de niet operatieve mogelijkheden niet voldoende effect hebben, behoord een operatie tot de mogelijkheden. Na een operatie zult u meestal doorverwezen worden naar een handtherapeut.
Wanneer er sprake is van artrose in de hand zal de handtherapeut de mogelijkheden van een ondersteunende spalk beoordelen. U krijgt adviezen hoe u om kunt gaan met pijnlijke gewrichten. Daarnaast wordt er aandacht besteedt aan het onderhouden van de bewegingsmogelijkheden. Wanneer dit echter niet meer voldoende effect heeft, kan een operatie een alternatief zijn. Dit wordt uitgebreid met de specialist besproken. Indien gewenst heeft de handtherapeut overleg met een orthopedisch instrumentenmaker voor een definitieve spalkvoorziening.
De duur van de niet operatieve therapie is erg afhankelijk van uw klachten en de gekozen behandeling. De nabehandeling van een operatie duurt gemiddeld 3-6 maanden, afhankelijk van de operatie die uitgevoerd is.
De specialist zal eerst veelal kiezen voor een niet operatieve behandeling. Wanneer er wel gekozen wordt voor een operatie is er nauw contact tussen de specialist en handtherapeut over het te volgen behandelbeleid.