Deze bevinden zich aan de dorsale zijde van de hand. Hier bevinden zich de EDC, centrale slip en laterale slippen. De 4 EDC’s zijn middels juncturae onderling verbonden. Daarnaast hebben de intrinsieke spieren ook een aandeel in het strekken van de PIP en DIP gewrichten.
De hoofdfunctie van de extensoren is het openen en stabiliseren van de hand/pols bij inschakelen van de hand.
Flexorpezen:
Aan de palmaire zijde lopen in iedere vinger 2 pezen (FDP en FDS) boven elkaar in een peesschede. (FPB/FPL bij de duim).
Samen met de intrinsieke zorgen ze voor een krachtige flexie van de vingers.
Zoals benoemd zijn de zones belangrijk voor de functie en daardoor mede bepalend voor het te kiezen beleid in de nabehandeling.