Peesletsels

Wat is een peesletsel?

Bij een peesletsels maken we verschil tussen de extensor- en de flexorpezen. Daarnaast bepaald de zone van het trauma welke nabehandeling geïndiceerd is. Dit maakt de behandeling van peesletsels een gecompliceerde zaak die specifieke kennis vereist, zowel van de chirurg als de handtherapeut. Voor de helderheid benoemen we beide peesletsels apart.

Extensorpezen:

Deze bevinden zich aan de dorsale zijde van de hand. Hier bevinden zich de  EDC, centrale slip en laterale slippen. De 4 EDC’s zijn  middels juncturae onderling verbonden. Daarnaast hebben de intrinsieke spieren ook een aandeel in het strekken van de PIP en DIP gewrichten.

De hoofdfunctie van de extensoren is het openen en stabiliseren van de hand/pols bij inschakelen van de hand.

Flexorpezen:

Aan de palmaire zijde lopen in iedere vinger 2 pezen (FDP en FDS) boven elkaar in een peesschede. (FPB/FPL bij de duim).

Samen met de intrinsieke zorgen ze voor een krachtige flexie van de vingers.

Zoals benoemd zijn de zones belangrijk voor de functie en daardoor mede bepalend voor het te kiezen beleid in de nabehandeling.

Wat zijn de symptomen?

Peesletsels zijn voornamelijk gevolg van een trauma. In uitzonderlijke gevallen kan er sprake zijn van een spontane ruptuur (bv. reuma). Vaak zijn letsels goed herkenbaar omdat een gedeelte van een vinger niet meer flecteert of extendeert. Toch wordt het niet altijd (tijdig) herkend omdat er sprake is van een partiele ruptuur of een gedeeltelijke overname van een naastgelegen flexor of extensor. In alle gevallen of bij twijfel is doorverwijzing naar een handchirurg wenselijk/noodzakelijk.

Waar kunt u terecht?
Behandel-
mogelijkheden

Een peesletsel heeft bijna altijd (op 2 uitzonderingen na) een chirurgische nabehandeling nodig. In de meest gewenste situatie zal de patiënt meteen na het trauma geopereerd worden. In ieder geval een aantal dagen na ontstaan van het trauma. De handchirurg bepaald, aan de hand van het soort letsel en de toestand van de pees, welke nabehandeling door de handtherapeut wordt gestart. Er kan besloten worden een statische nabehandeling, een voorzichtige dynamische nabehandeling of behandeling volgens EAM (early active motion) te starten. Uitzonderingen zijn de mallet en het boutonniére letsel; deze letsels worden in principe conservatief behandeld en apart besproken op de website besproken.

Handtherapie

De nabehandeling van een peesletsel vraagt gespecialiseerde kennis en ervaring van de handtherapeut. Het belangrijkste tijdens de behandeling is een balans te vinden tussen niet verkleven en niet opnieuw ruptureren van de pees. De handtherapeut zal enerzijds middels een spalk de pees beschermen en anderzijds middels actief en passief oefenen zorgen voor de nodige geleiding van de pees en het voorkomen van contracturen. Volgens een (landelijk) protocol wordt toegewerkt naar uiteindelijk een goed functionerende pees en de terugkeer van de handfunctie.

Duur

De gehele behandeling neemt, zonder complicaties, 3 maanden in beslag. In de meeste gevallen is het gedurende 6 weken nodig om de pees middels een spalk te beschermen. Daarna zal het accent met name liggen op het versterken van de pees en het weer terugkeren van de handfunctie.

Samenwerking artsen

De chirurg bepaald aan de hand van het trauma en de bevindingen tijdens de operatie welke nabehandeling gevolgd gaat worden. Tijdens de hele nabehandeling vindt er overleg plaats tussen de chirurg en therapeut om de behandeling te evalueren en zo nodig bij te sturen.