In de eerste fase is het , naast wondgenezing, van groot belang om de bewegelijkheid van de aanwezige vingers te behouden. Zowel kort na de operatie als op de langere termijn kan er verandering van het gevoel ervaren worden. Dit is een belangrijk aandachtspunt in de behandeling.
Daarnaast zal de therapie zich richten op het functioneren met de veranderde handfunctie in het dagelijks leven.
In een latere fase heeft de therapeut een adviserende rol ten aanzien van de epithese- of prothesemogelijkheden. Hiervoor is nauwe samenwerking met de orthopedisch instrumentenmaker noodzakelijk. Afhankelijk van de ziektekostenverzekeraar wordt dit al dan niet vergoed. Een epithese is een verlenging van de vinger, die door de orthopedisch instrumentmaker gemaakt wordt en die zeer veel gelijkenis vertoont met een vinger. In het dagelijks leven kan deze epithese als meerwaarde hebben dat het vastpakken van een voorwerp makkelijker wordt.
Wanneer (een deel van) één vinger geamputeerd is, komt het regelmatig voor dat er fors krachtverlies wordt ervaren en men hinder ondervindt bij het grijpen van voorwerpen met de nog aanwezige vingers. In uitzonderlijke situaties kan een handversmalling worden overwogen. Dit is een uitgebreide ingreep die samen met de plastisch chirurg wordt overwogen.
Bij fors letsel kan het voorkomen dat de hele hand geamputeerd moet worden. Zowel het adviseren over de diverse protheses als de training kan tijdens de behandeling plaatsvinden.